Hoe beoordeel je of iets op internet geloofwaardig is?

Overal kom je voedingsinformatie en voedingsadviezen tegen. Tijdschriften, de televisie, je lieve buurvrouw, producten met mooie teksten, voedingsmiddelenindustrie, het Voedingscentrum met haar adviezen, diëtisten die vier jaar over voeding gestudeerd hebben en wetenschappers die voedingsonderzoek doen. Wie moet je nou geloven?!

Zonder geloofwaardigheid word je niet serieus genomen, komt een boodschap niet over of verkoopt een product niet. Sommige gebruiken de wetenschap om de reputatie hoog te houden. Maar er zijn ook fabrikanten en bedrijven die de wetenschap juist vermijden omdat ze beweren dat hun product beter is. Terwijl dit juist helemaal niet bewezen is.

Vaak is iets ook geloofwaardiger wanneer een knap, gespierd en/of beroemd persoon of een persoon met veel volgers op social media het zegt. Ook geloven mensen sneller informatie dat past binnen hun huidige gedachtegangen en waarnemingen. Maar het is niet slim om zomaar alles voor waar aan te nemen.

Waarom moet je informatie beoordelen op geloofwaardigheid?

We leven in een wereld waarin we beschikking hebben tot ontzettend veel informatie. Je kunt blogs lezen, vlogs kijken en hele reeksen aan documentaires bingen. De makers van deze informatiebronnen kunnen verschillende vormen van onderbouwing gebruiken, zoals een onderzoek, een eigen mening of misschien zelfs een verkooppraatje. Het komt hierbij ook geregeld voor dat onderzoek verkeerd wordt geïnterpreteerd of gebaseerd is op onderzoek dat niet zo’n hoge bewijskracht heeft. Een artikel kan zo voor een veel mensen heel geloofwaardig lijken, terwijl dat dus niet altijd het geval is.

Neem je alles direct voor waar aan, dan kun je het jezelf lastig maken. Je kunt tegenstrijdigheden tegenkomen en wat is dan waar? Zo kun je door de bomen het bos niet meer gaan zien. En voor je het weet volg je een advies op dat eigenlijk niet klopt, of heb je een product aangeschaft dat niet werkt. Dat zou natuurlijk zonde zijn. Neem daarom een kritische houding. Neem hetgeen dat je leest, hoort en ziet in eerste instantie in twijfel.

De mate van bewijskracht

Informatie kan dus gebaseerd zijn op verschillende bronnen, zoals een mening of een onderzoek, waarbij er onderscheid is in verschillende soorten onderzoeken. Kijk je puur naar wetenschappelijke onderzoeken, dan kun je onderscheid maken in observationeel onderzoek, waarbij groepen mensen geobserveerd worden. Hier meet je een relatie, verband of associatie. Er is ook experimenteel onderzoek, waarbij daadwerkelijk een interventie of experiment wordt uitgevoerd op de onderzoeksgroep. Je meet een effect en een uitkomst waardoor je oorzaak en gevolg kan vaststellen. Binnen deze twee vormen van onderzoek, heb je verschillende onderzoeksopzetten. Al deze vormen van onderbouwing verschillen in bewijskracht. Met behulp van de piramide van bewijsvoering kun je onderzoek beoordelen op mate van bewijskracht [1,2]. Hieronder op de afbeeldingen zie je de piramide van bewijsvoering.

Je ziet verschillende lagen van bewijsvoering in de piramide. Hoe hoger de laag in de piramide, hoe hoger de bewijskracht is. Laten we ze een voor een kort even doorlopen, waarbij we beginnen met de onderste laag:

Expert opinion
Dit zijn stukken met algemene informatie en meningen van experts. Het bevat geen wetenschappelijk bewijs en wordt gezien als de laagste vorm van bewijs.

Case studies/reports
Dit zijn onderzoeken die zijn gebaseerd op een of enkele patiënten, welke niet met een controle patiënt/groep worden vergeleken. Hierdoor leveren ze de minste bewijskracht.

Case-control studies
Bij een case-control studie wordt een groep met een aandoening vergeleken met een groep zonder die aandoening. Er wordt teruggekeken in de tijd om te achterhalen welke risicofactoren zijn blootgesteld bij beide

Cohort
Bij een cohort wordt een groep die een kenmerk deelt gevolgd in de tijd. Een kenmerk kan bijvoorbeeld zijn de blootstelling aan een risicofactor zoals roken. De groep wordt gevolgd door de tijd, waarbij wordt gekeken wanneer een bepaalde aandoening optreedt.

Randomized controlled trials (RCT)
Bij een RCT een experiment uitgevoerd met een onderzoeksgroep en controlegroep. De proefpersonen worden willekeurig verdeeld over de groepen. Vaak gebeurt dit blind, waarbij de onderzoeker en de proefpersonen niet weten in welke groep ze zitten. Dit verkleint het risico op vertekeningen. Vervolgens voeren ze het experiment uit en kijken ze naar de resultaten en het verschil tussen beide groepen.

Systematic reviews and meta-analyses
Een systematic review is een uiteenzetting van meerdere onderzoeken over hetzelfde onderwerp, waarbij ook de kwaliteit van deze onderzoeken beoordeeld worden. Een systematic review kan tevens een meta-analyse bevatten. Hierbij worden alle resultaten van de verschillende onderzoeken gecombineerd, om vervolgens een gezamenlijke schatting van het effect te geven. Dit wordt ook wel poolen genoemd [1,2].

Deze piramide laat dus zien dat een systematic review heeft de hoogste bewijskracht, terwijl de mening van de expert helemaal onderaan staat [1]. Dit is de laagste vorm van bewijsvoering. Heeft een artikel het over een specifieke onderzoeksvorm, dan kun je met de piramide van bewijsvoering beoordelen hoe krachtig dit precies is. Kijk verder ook eens wat de bronnen zijn van het stuk dat je leest of bekijkt. Ontbreekt deze bronnenlijst, dan kun je al grote vraagtekens zetten. Staat de bronnenlijst er wel bekijk dan eens wat je hier ziet. Je kunt een systematic review herkennen in de bronnenlijst doordat er in de titel vaak letterlijk de woorden ‘systematic review’ staat.

Onthoud de piramide van bewijsvoering ook bij het bekijken van documentaires. Soms worden hier kleine experimentjes uitgevoerd in een luchtige setting. Echter worden hier soms wel “harde” conclusies uitgetrokken. Dit heeft dus niet altijd een hoge bewijskracht. Een uitkomst kan een keer voorkomen uit een onderzoek, maar het staat natuurlijk vele malen sterker als diezelfde uitkomst in meerdere onderzoeken naar voren komt. Blijf dus kritisch en neem niet direct alles voor waar aan.

Wat draagt bij nog meer bij aan de geloofwaardigheid?

Is de schrijver geloofwaardig?
Een schrijver is geloofwaardiger wanneer hij zijn informatie presenteert op basis van bronnen en data. En informatie schrijft vanuit verschillende perspectieven en invalshoeken [3].

Heeft de schrijver een bepaald belang?
Wanneer je graag een potje wonderpillen wil verkopen, ga je natuurlijk geen onderzoeken in je stukje noemen die het effect van deze pillen ontkrachten. Dan vermijd je deze juist. Daarnaast hebben sommige mensen baat bij het promoten van bepaalde producten doordat ze ervoor betaald worden. Of onderzoeken die gesponsord worden door bepaalde organisaties die er belang bij hebben. Dit maakt de informatie minder betrouwbaar.

Wat is de achtergrond van de persoon?
Is het een leek of een expert op dit gebied? En zo ja, hoe kun je deze expertise toetsen? Hoe meer expertise, hoe geloofwaardiger de persoon is. Een wetenschapper op een bepaald gebied is geloofwaardiger, dan de buurvrouw die geen expert is op een bepaald gebied.

Is de informatie objectief?
Objectieve informatie is geloofwaardiger [3]. Is het een reclameboodschap, gesponsorde informatie of een gesponsord product bijvoorbeeld door een fabrikant? Dan kan dit eenzijdige informatie geven, om het product of de informatie in beter perspectief te zetten. Vraag jezelf af of de maker een bepaald belang heeft bij de informatie die hij verstrekt.

Worden er referenties gebruikt?
Worden er referenties in de vorm van krantenartikelen, wetenschappelijke onderzoeken of literatuur gebruikt? Staat er een zichtbare bronnenlijst? Staan er geen bronnenlijst, dan is het een stuk minder betrouwbaar. Verder, controleer eens wat referenties, kloppen deze ook?

De onderzoeksgroep
Wanneer men verwijst naar een onderzoek, is het goed om naar de onderzoeksgroep te kijken. Een resultaat bij 5 mensen is minder betrouwbaar dan een resultaat bij 100 mensen.

Mensen, dieren of een reageerbuisje?
Iets kan een bepaald effect hebben voor dieren of in een reageerbuisje. Maar dat wil niet meteen zeggen dat dit ook voor mensen het geval is. Geregeld worden muizen gebruikt in een onderzoek. Muizen hebben een heel ander lichaam dan mensen. Het effect dat je meet bij muizen hoeft daardoor niet hetzelfde effect te zijn als bij mensen. Er is dan verder onderzoek op mensen nodig, voordat het gegeneraliseerd kan worden.

Let op de termen ‘nooit’ en ‘altijd’
Spreekt de schrijver van woorden als ‘nooit’ en ‘altijd’ dan is het goed om vraagtekens te zetten. Onderzoekers gebruiken deze termen niet maar maken gebruik van genuanceerde termen zoals ‘waarschijnlijk’, ‘wellicht’ en ‘aannemelijk’. Het letten op deze woorden kunnen je helpen bij het beoordelen van het stuk. 

Conclusie

We leven in een wereld waarin we beschikking hebben tot ontzettend veel informatie. De informatie die je leest kan geloofwaardig lijken, terwijl dat niet altijd het geval hoeft te zijn. Neem je alles direct voor waar aan, dan kun je het jezelf lastig maken. Neem daarom een kritische houding aan bij alles wat je leest, hoort en ziet. Informatie kan namelijk gebaseerd zijn op verschillende bronnen, zoals een mening of een onderzoek, waarbij er onderscheid is in verschillende soorten onderzoeken. Met behulp van de piramide van bewijsvoering kun je onderzoek beoordelen op mate van bewijskracht. Hoe hoger de laag in de piramide, hoe hoger de bewijskracht is. Een systematic review heeft de hoogste bewijskracht, terwijl de mening van de expert helemaal onderaan staat. Lees je een artikel of kijk je een documentaire, dan kan de piramide van bewijsvoering een hulpmiddel zijn bij het beoordelen van gebruikte bronnen.

Vragen die je helpen een stuk te beoordelen

  1. Is de maker een deskundige op het gebied van het onderwerp?
  2. Staat er in het stuk objectieve informatie?
  3. Vermijd de maker subjectieve informatie zoals persoonlijke meningen?
  4. De maker heeft geen belang bij het stuk, zoals verkoop of sponsering?
  5. Wordt het stuk vanuit verschillende invalshoeken beoordeeld?
  6. Er worden referenties gebruikt in het stuk?
  7. Er wordt gebruik gemaakt van meerdere referenties?
  8. Er worden verwijzingen gemaakt naar systematic reviews?
  9. Er worden verwijzingen gemaakt naar onderzoek gericht op mensen?
  10. Het stuk is niet enkel gebaseerd op een onderzoek gericht op een kleine onderzoeksgroep?

Tel hoe vaak je ‘ja’ als antwoord hebt gegeven op het stuk. Hoe meer ja’s je hebt geantwoord, hoe betrouwbaarder en geloofwaardiger het stuk is.

Bronnenlijst

  1. Bouter L.M., Van Dongen M.C.J.M., Zielhuis G.A., & Zeegers M.P.A. Leerboek epidemiologie. Bohn Stafleu van Loghum, 7e druk, 2016
  2. Gray D.E., Doing research in the real world. London, SAGE Publications Ltd, 2014.
  3. Frambach JM, van der Vleuten CPM, Durning SJ. AM last page. Quality criteria in qualitative and quantitative research. Acad Med J Assoc Am Med Coll. april 2013;88(4):552.

Back in shape!

Your Body, Your Plan, Your Result

Doe de gratis test

Vond je dit artikel interessant?

Ja 👍🏼Nee 👎🏼

Als je je mening achterlaat, kunnen we onze blogartikelen verbeteren.